Zorg inzake Seksueel Misbruik (ZSM)
De Generale Synode van Lutten heeft in 2022 vier nieuwe deputaten in het deputaatschap Zorg inzake Seksueel Misbruik benoemd: zr. A.H. Tigelaar-Doornbos, zr. B.A.J. Dijkstra-Nijman, br. G. Veerman en br. W.K. de Wind.
Zij kregen een duidelijke instructie mee met 3 hoofdpunten. De eerste betrof het zorgdragen voor aansluiting bij het meldpunt seksueel misbruik in kerkelijke relaties. De tweede het opstellen van een klachtenregeling of het overnemen van een bestaande regeling. Het derde hoofdpunt van de instructie was het benoemen van vertrouwenspersonen.
- Meldpunt SMKR.
In 2023 heeft aansluiting bij het Meldpunt Seksueel Misbruik in Kerkelijke Relaties (SMKR) plaatsgevonden. Bij dit Meldpunt kan een ieder terecht voor vragen over en advies bij (vermoedens van) seksueel misbruik in kerkelijke relaties.
Het meldpunt is er voor slachtoffers, voor zijn of haar (kerkelijke) omgeving en voor daders. Het is opgericht door kerken en is onafhankelijk.
Op de website van Het Meldpunt staat uitgebreid beschreven wat Het Meldpunt kan betekenen.
Waarom is aansluiting bij een meldpunt voor de DGK nodig? Omdat seksueel misbruik een belangrijk item is geworden in deze tijd. De schade die misbruik aanricht is groot. En het komt ook in de kerk voor. Wij zien dat bijna elk kerkgenootschap is aangesloten bij een meldpunt.
In de media wordt ook vaak over misbruik geschreven. Het is goed ambtsdragers bewust te maken van het feit dat seksueel misbruik in de kerken voorkomt. Verder is het aanstellen van vertrouwenspersonen een noodzaak. Ook het voorkomen van misbruik (preventie) is belangrijk, dat moet veel nadruk krijgen.
Kerkenraden hebben een grote verantwoordelijkheid als het gaat om veiligheid en leidinggeven bij situaties waarbij sprake is van seksueel misbruik. Bij het Meldpunt zijn daarvoor stappenplannen en handelingswijzen te vinden. Ook biedt het Meldpunt voorlichting en preventie.
- Klachtenregeling / klachtencommissie.
Deputaten hebben besloten niet zelf een klachtenregeling op te stellen. Er was een goede regeling beschikbaar van de CGK, NGK en voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland (vGKN). Die klachtenregeling is overgenomen, omdat deze kerken een vrijwel gelijke kerkstructuur hebben als de DGK. Ook het protocol voor gemeenten die geconfronteerd worden met (seksueel) misbruik in kerkelijke relaties is overgenomen.
DGK verbindt zich aan het protocol en de klachtenregeling die daar beschreven staan. De documenten zijn hier te vinden:
- Benoemen vertrouwenspersonen.
Al snel nadat het deputaatschap van start ging, konden de vertrouwenspersonen benoemd worden. Er zijn per classis een man en een vrouw benoemd, dus totaal vier.
De vertrouwenspersonen hebben trainingen voor de toerusting tot hun taak gevolgd. Voor degenen in de DGK-kerken die behoefte hebben aan een vertrouwelijk gesprek, zijn zij het aanspreekpunt. De vertrouwenspersonen zijn:
Dhr. A. Ballast: 06 4968 6356
Mw. J. Wiersema – Ballast: 06 4966 9621
Dhr. J. Vos: 06 5164 2240
Mw. L. Vos-Groenendijk: 06 3490 5217
Meer informatie over dit onderwerp kunt u lezen in dit artikel uit De Bazuin Geschonden grenzen gewonde zielen
Uit de praktijk
De vertrouwenspersonen worden tijdens de training bemoedigd met een tekst uit 2 Timotheüs 1:7-8: ‘God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid.’ Moed, lef en liefde is wat een vertrouwenspersoon nodig heeft.
Een praktijkgeval gaat over een vrouw die een moeilijke scheiding achter de rug heeft. In haar nieuwe gemeente krijgt zij pastorale zorg van de wijkouderling. Ze heeft het pastoraat nodig om haar leven weer op de rails te krijgen. Maar de ouderling belast haar met zijn eigen relatieproblemen. Daarbij komt hij ook te dicht bij de vrouw, figuurlijk en letterlijk. Daarin gaat de ambtsdrager over de grens van zijn pastorale taak, zowel met het delen van zijn eigen problemen als met het lichamelijke contact.
De casus leert dat kerkelijke functionarissen hun grenzen moeten kennen. Alleen dan weten zij de juiste balans te bewaren tussen afstand en nabijheid. Maar overschrijdt een ambtsdrager de grens van wat binnen een pastorale relatie past, dan is het goed dat er vertrouwenspersonen zijn die kunnen worden benaderd en toegerust zijn om te luisteren en te adviseren. En dat er een meldpunt is om toe te rusten en professionele begeleiding te bieden.